3.4 Stap 4: Categorisering en prioritering kansrijke projecten

De methode van prioriteren is opgebouwd rondom vier mogelijke belangen waarmee rekening is gehouden bij de keuze van projecten:

  • Inhoudelijke meerwaarde – Hierbij gaat het om die projecten waar de fietser het meeste baat bij heeft en die in grote mate aansluiten bij de provinciale ambities voor de fiets. Hierbij is onder meer gekeken naar de te verrichten werkzaamheden in relatie tot het belang van de verbinding in het netwerk voor forensen, scholieren en recreanten, de (verbetering van de) verkeersveiligheid en de meldingen die via de Fietsersbond zijn ontvangen.

  • Snelle realisatie – Projecten die relatief snel (2022 of begin 2023) tot uitvoering kunnen komen hebben de voorkeur boven projecten die pas op latere termijn kunnen worden gerealiseerd. Dit om te voorkomen dat enkel projecten worden geselecteerd die om nadere uitwerking vragen.

  • Gemeenten ondersteunen – Ongeveer de helft van het Regionale Fietsnetwerk is in eigendom van gemeenten, dit zijn voornamelijk Regionale Basisfietsroutes. De opwaardering van het Regionale Fietsnetwerk is daarom geen taak van de provincie alleen en sinds enkele jaren doet de provinciale fietsmakelaar haar best om de gemeenten actief te krijgen op het thema fiets.

  • In het bestedingsplan duVV 2021 is 2,6 miljoen gereserveerd voor de aanpak van Regionale Basisfietsroutes (die onderdeel zijn van het gemeentelijk wegennet). Dit budget maakt onderdeel uit van de financiële middelen voor de Voorverkenning. Binnen de prioritering van de projecten is daarom gekeken voor welke (kleinere) gemeentelijke projecten dit budget kan worden ingezet.

  • Koppelkansen: Dit zijn projecten die kansen bieden om werk-met-werk te maken (meestal in combinatie met groot onderhoud). Deze projecten zijn in de categorisering (stap 4) al geïnventariseerd en meegenomen in de prioritering omdat zo op een eenvoudige wijze een verbetering van de kwaliteit en/of veiligheid van het Regionaal Fietsnetwerk kan worden gerealiseerd.

Om invulling te geven aan deze belangen zijn kansrijke projecten verdeeld in vijf categorieën

  • Big-wins – Dit zijn (relatief) goedkope projecten met een (zeer) grote inhoudelijke meerwaarde waarvan de uitvoering niet complex is en daardoor relatief snel kunnen worden gerealiseerd (2022 of begin 2023).

  • Tijdens de categorisering van de kansrijke projecten is gebleken dat geen projecten als Big-win aangemerkt kunnen worden

  • Quick-wins – (Relatief) goedkope projecten waarvan de uitvoering niet complex is (en dus relatief snel gerealiseerd kunnen worden (2022 of begin 2023), maar met een kleinere inhoudelijke meerwaarde dan de Big-wins

  • Tijdens de categorisering van de kansrijke projecten zijn een aantal projecten als Quick-win aangemerkt (bijvoorbeeld de realisatie van fietssuggestiestroken op N996 Onderdendam-Middelstum en het fietsvriendelijk inrichten van de Knijpslaan bij Hoogezand). Voor die projecten is echter ook sprake van koppelkansen met andere projecten of gepland Groot Onderhoud. De Quick-wins zijn daarom categoriseerd als koppelkans-project.

  • Koppelkansen – Dit zijn projecten waarvan op basis van een koppelkans (combinatie met andere werkzaamheden, zoals gepland groot onderhoud) uitvoering binnen enkele jaren mogelijk lijkt

  • Wensprojecten – (Relatief) dure projecten waarvan de realisatie (zeer) complex is, maar die een (zeer) grote inhoudelijke meerwaarde hebben. Dit zijn projecten die in hoge mate aansluiten bij de provinciale ambities om het fietsgebruik te stimuleren, maar waarvan uitvoering binnen enkele jaren niet mogelijk is door de technische complexiteit en benodigde (co-)financiering.

  • Overige projecten – Dit zijn alle projecten die niet in de eerdergenoemde categorieën passen. Veelal projecten met een kleinere inhoudelijke meerwaarde die (relatief) duur zijn en/of waarvan de realisatie (zeer) complex is.

De verdeling van de kansrijke projecten over deze categorieën (het resultaat van stap 4) is opgenomen in bijlage 2.

De concept categorisering is gepresenteerd in het ambtelijk VVB (30 augustus 2021) en de Stuurgroep VVB (9 september 2021). De gemeenten kregen de kans om, op basis van de concept categorisering, te reageren op de inventarisatie van de inhoudelijke meerwaarde, complexiteit en kansrijke projecten. Voor kansrijke projecten waar gemeenten zich voor in willen om de realisatie mogelijk te maken konden zij een intentieverklaring of subsidieaanvraag sturen aan de provincie.

Projecten waarvoor geen intentieverklaring of subsidievraag is ingediend kwamen bij de definitieve prioritering niet in aanmerking voor provinciale (co-)financiering. De prioritering van de kansrijke projecten (die daadwerkelijk technisch haalbaar zijn en waarvoor een intentieverklaring/subsidieaanvraag is ontvangen) heeft geleid tot een selectie van kansrijke projecten die in aanmerking komen voor provinciale (co-)financiering. De kansrijke projecten die zijn geselecteerd zijn toegelicht in hoofdstuk 4.